Een smalle bestemming? Begin op tijd!

Ik heb de rol van het bestemmingsplan zien veranderen van een globale aanduiding voor een bepaald gebied

In de ongeveer 25 jaar dat ik bedrijfsmakelaar ben, heb ik de rol van het bestemmingsplan zien veranderen van een globale aanduiding voor een bepaald gebied (bijvoorbeeld een bedrijventerrein) naar een vaak super gedetailleerde omschrijving van wat binnen een deelgebied, of soms zelfs op perceelniveau, is toegestaan en/of gewenst.

Ik heb nooit onder stoelen of banken geschoven dat ik dit een zorgwekkende ontwikkeling vind, omdat zodoende de spontane ontwikkeling van bedrijven èn bedrijventerreinen in een keurslijf van beleidsmakers wordt geperst en derhalve simpelweg onmogelijk wordt gemaakt.

Deze verkrampende werking speelt zich vervolgens af in een tijdgewricht waar flexibiliteit aan de orde van de dag is. Flexibiliteit in arbeidsrelaties, in financieringsvormen, in communicatie en in transport. Bijna alle onderdelen van het ondernemerschap zijn tegenwoordig flexibel in te vullen, behalve de toepassing van het bestemmingsplan.

Het probleem ontstaat al als een ondernemer een nieuw onderkomen wenst te huren of te kopen. Het is tegenwoordig niet verstandig om dat te doen zonder op voorhand aan de gemeente verzocht te hebben of de gewenste activiteit binnen het bestemmingsplan valt, ook al lijkt dat in sommige gevallen erg voor de hand te liggen. Je zou bijvoorbeeld namelijk zomaar in milieucategorie 3.2 kunnen vallen terwijl op zo’n locatie slechts milieucategorie 3.1 is toegestaan(!?). En dan heb je toch een probleem.

Het risico van navragen is echter dat de gemeente hier haar tijd over gaat doen en dat je vervolgens meer vragen dan antwoorden krijgt. Voor je het weet moet je formele aanvragen doen en gaan de wettelijke termijnen lopen die niet zelden vervolgens ook weer wettelijk verlengd worden omdat men zoveel aanvragen heeft dat men de niet binnen de gestelde termijnen kan beantwoorden.

Het wordt helemaal erg als je net iets anders wilt, dan het bestemmingsplan aangeeft. Sommige bestemmingen zijn soms zo smal gesteld dat alleen de huidige activiteit daar wordt toegestaan. Ik had recent zo’n situatie waar de bestemming ‘impregneerbedrijf’ was geplakt op een bedrijfsgebouw waar voorheen een houtconserveringsbedrijf was gevestigd. Uiteindelijk zijn we bijna een jaar en vele alternatieve bestemmingen verder, alvorens we tot daadwerkelijke verkoop over kunnen gaan.

Ik begrijp natuurlijk dat er vestigingsregels nodig zijn in deze, tegenwoordig complexe, ondernemingenwereld. Ik betwijfel echter ten zeerste of dat je de gemeenschap dient door het op voorhand dichttimmeren van bestemmingsplannen en vervolgens de toepassingen en/of uitzonderingen hierop  aan de interpretatie van goedbedoelende, maar ook niet alwijze, beleidsmedewerkers moet overlaten. Ik pleit dan ook voor een sterke vereenvoudiging van bestemmingsplannen.

Indien u echter op dit moment een bedrijfspand bezit wat zo’n smalle bestemming heeft, doet u er goed aan om nu alvast te gaan kijken wat de mogelijkheden zijn bij wederverhuur en/of verkoop. Laat de gemeente maar (schriftelijk) een richting aangeven in welke bestemmingen gedacht kan worden. Het scheelt u een hoop kostbare tijd op het moment dat een opvolgend gebruiker gezocht moet worden.

Voor reacties:

Toin.saris@sarisenpartners.nl